Visserijwet

Artikel 1 van de visserijwet 1963 geeft onder andere definities van de begrippen vis, vissen en de door sportvissers gebruikte vistuigen; de hengel, peur en het spiering tuig.

Vis

De meeste in ons land voorkomende of aangevoerde vissoorten (waaronder schaal- en schelpdieren) zijn aangewezen als “vis” in de zin van de visserijwet 1963. De aanwijzing gebeurt in een ministeriële regeling; bijlage 1 van de uitvoeringsregeling visserij. In deze bijlage staan de soorten die als “vis” in de zin van de visserijwet 1963 zijn aangewezen. Ook delen van de aangewezen vissen, kuit en broed worden aangemerkt als “vis” in de zin van de visserijwet 1963.

De niet als vis aangewezen vissoorten zijn geen “vis” in de zin van de visserijwet 1963. Voor zover de niet aangewezen vissoorten inheems zijn vallen zij onder de bescherming van de flora en faunawet, dit zijn bijvoorbeeld de grote modderkruiper, de kleine modderkruiper, de bittervoorn, de rivierprik en de beekprik. Voor zover de niet aangewezen vissoorten uitheems (exoot) zijn zoals de zonnebaars en diverse uitheemse grondels vallen zij niet onder de visserijwet 1963, noch onder de bescherming van de flora- en faunawet.

 

Vissen;

Vissen is; het te water brengen, hebben, lichten of ophalen van vistuigen, maar ook het op een andere manier proberen om vis uit het water te bemachtigen (bijvoorbeeld met de hand).

Ook het uitzetten van vis of visbroed of uitzaaien (van schelpdieren) wordt door de visserijwet 1963 aangemerkt als “vissen”. Voor alle niet als vis aangewezen vissoorten geldt een verbod om deze in de vrije natuur uit te zetten op grond van art. 14 van de flora- en faunawet.

Hengel;

Een hengel is; een vistuig bestaande uit een roede (stok), al dan niet voorzien van een opwindmechanisme (en) een lijn of snoer, al dan niet voorzien van één of meer dobbers/drijvers en ten hoogste drie haken met 1, 2 of 3 punten/tanden.

Peur;

Een peur is; een vistuig, bestaande uit een al dan niet aan een roede verbonden lijn of snoer zonder haak of haken waaraan een hoeveelheid wormen is bevestigd.

Alle overige vistuigen die alleen door beroepsvissers mogen worden gebruikt zijn omschreven in art. 1 van het reglement voor de binnenvisserij 1985. Voldoet een vistuig niet aan de omschrijving van één van de genoemde vistuigen dan is sprake van een verboden vistuig. Artikel 2 van het reglement voor de binnenvisserij 1985 noemt alle wettelijk toegestane vistuigen op. Het is verboden te vissen met een vistuig dat niet in deze opsomming voorkomt.

Schepnet;

Het reglement voor de binnenvisserij 1985 somt in artikel 2, lid 1 alle wettelijk toegestane vistuigen op, het schepnet staat daar niet bij. Het schepnet is dus geen toegestaan vistuig en mag volgens het tweede lid van dit artikel alleen worden gebruikt om gevangen vis op te scheppen, over te zetten of te vervoeren.

De minister kan van de bepalingen in het reglement voor de binnenvisserij 1985 vrijstelling of ontheffing verlenen. Om met een schepnet te mogen vissen is dan ook vrijstelling of ontheffing nodig van het verbod in artikel 2, lid 2 van het reglement voor de binnenvisserij 1985. Uiteraard is ook de toestemming van de visrechthebbende nodig om met een schepnet te mogen vissen. Deze toestemming moet voldoen aan de eisen die art. 23 van de visserijwet 1963 stelt.

Aas;

Het gebruik van een aantal aassoorten is wettelijk verboden. Art. 4 van de uitvoeringsregeling visserij zegt dat het gebruik van de volgende middelen verboden is om vis te bedwelmen, te verwonden of te doden. Kokkel bonen, tjoek visje, ongebluste kalk, dynamiet en andere vergiftigende, bedwelmende en ontplofbare stoffen. Art. 2 van het besluit verbod gebruik van levend aas zegt dat het verboden is bij het vissen in de wateren bedoeld in artikel 1, vierde lid onder c en d van de visserijwet 1963 levende vissen, amfibieën, reptielen, vogels of zoogdieren als aas te gebruiken. Het gaat bij dit verbod dus om gewervelde dieren. Naast de wettelijke verboden kan een visrechthebbende in zijn toestemming (vergunning) als voorwaarde opnemen dat er in zijn water alleen met bepaalde aassoorten mag worden gevist.